Onderzoek naar nut van opname van kinderen met hersenschudding na val
Ons ziekenhuis heeft een subsidie ontvangen van BeterKeten voor de OBSERVE-NL studie. In dit onderzoek slaan diverse specialisten de handen ineen om te onderzoeken of het altijd nodig is om kinderen met een lichte hersenschudding ter observatie een nacht op te nemen.
Het gaat om een samenwerking tussen kinderneurologie, Spoedeisende Hulp, kindergeneeskunde en chirurgie. “Samen willen we voorkomen dat kinderen onnodig een nacht in het ziekenhuis moeten blijven”, verduidelijkt hoofdonderzoeker en neuroloog Pauline Voskamp. “Vaak blijkt zo’n nacht overbodig te zijn. Daarnaast is zo’n opname intensief voor het kind, de ouders en het hele gezin.”
Opname
Jaarlijks komen in Nederland zo’n 13.000 kinderen op de Spoedeisende Hulp met een hersenschudding na bijvoorbeeld een val op het hoofd. Uit voorzorg worden veel van hen opgenomen ter observatie, om complicaties zoals een hersenbloeding niet te missen. “We controleren het kind eerst ieder uur, later om het uur. We letten onder andere op braken, bewustzijn en pupilreactie. Zo kunnen we veel signalen vroeg herkennen”, licht Pauline toe. “Soms is een CT-scan nodig.”
Duidelijkheid
Met de OBSERVE-NL studie wordt onderzocht of deze opname altijd nodig is. “Het gaat jaarlijks om zo’n 500 kinderen die in ons of de Rotterdamse ziekenhuizen (de BeterKeten-ziekenhuizen) worden opgenomen. We hopen met dit onderzoek duidelijkheid te krijgen over wanneer opname nodig is en wanneer niet. Dit leidt tot meer onderbouwde richtlijnen en naar verwachting ook tot minder onnodige ziekenhuisopnames.”
Onderzoek
Het onderzoek begint met een uitgebreide dossieranalyse van kinderen die sinds 2018 zijn behandeld. “Dat betekent dus heel veel statussen doornemen. We trekken een promovendus aan die ons hierbij ondersteunt,” verduidelijkt Pauline. “Het is fijn dat we daarvoor ook deze financiële steun van BeterKeten hebben ontvangen. Ook het Vriendenfonds van het ASz heeft een financiële bijdrage gedaan.”
Drie jaar
“Voor patiënten en hun ouders of opvoeders verandert er voorlopig nog niets. Het onderzoek begint officieel in januari, dan treedt Pauline in dienst bij het ASz. “We verwachten dat we zo’n drie jaar nodig hebben voor dit onderzoek. Op basis van alle feiten en cijfers kunnen we vervolgens een conclusie trekken. Deze uitkomst kan leiden tot nieuwe inzichten en mogelijk een aanpassing van de landelijke richtlijnen.”